Horecaplateau blog detail image
Deel dit artikel met je netwerk

Neutralisatie studentenuren derde kwartaal

Het wetsontwerp moet nog steeds door het parlement worden goedgekeurd, maar de RSZ plaatste het alvast in haar laatste instructies: de uitbreiding van de studentenarbeid voor het derde kwartaal.

Voor de eerste 475 uur per jaar wordt voor een student een solidariteitsbijdrage berekend in plaats van de gewone sociale zekerheidsbijdragen. De student zelf betaalt slechts 2,71% in plaats van de normale 13,07%; de werkgever 5,42% in plaats van de 25% basisbijdrage voor een gewone werknemer. 

Om het mogelijk te maken om maximaal studenten in te zetten bij de hervatting van de activiteiten na de versoepelingen, zullen de uren die een student presteert tijdens het derde kwartaal 2021 (1 juli-30 september 2021) niet meetellen voor het contingent van 475 uur.
Hoewel het aanvankelijk enkel als een maatregel voor de zwaarst getroffen sectoren was aangekondigd, geldt de maatregel voor studenten in alle sectoren. De onlineteller waarbij het resterende aantal uren in het contingent kan worden geconsulteerd, zal tijdig worden aangepast.

Ook studenten die hun contingent reeds volledig hebben opgebruikt tijdens het eerste en tweede kwartaal of die reeds volledig gereserveerd zouden zijn voor het vierde kwartaal, komen in juli, augustus en september nog in aanmerking voor uren aan de solidariteitsbijdrage in plaats van de gewone RSZ-bijdragen.

Verder blijven alle gewone regels voor studentenarbeid van tel:

  • De student moet steeds met een door beide partijen ondertekende schriftelijke arbeidsovereenkomst tewerkgesteld worden
  • Er dient een correcte dimona “STU” te gebeuren met aanduiding van de uren.
  • Buiten de periodes van verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstelling

Voor studenten die werkten in de gezondheidszorg of het onderwijs, worden ook de uren van het eerste en het tweede kwartaal 2021 niet aangerekend op het contingent.

Voor de kinderbijslag zullen de uren van het derde kwartaal niet meegerekend worden in de 475 uur per jaar (Vlaanderen en Wallonië) of de 240 uur per kwartaal (Brussel) zodat zij hun kinderbijslag niet zullen verliezen. Er worden hiervoor nog aangepaste regelingen uitgewerkt. Voor de studenten die werkten in de gezondheidszorg en het onderwijs tellen ook de uren uit het eerste en tweede kwartaal niet mee.

Ook voor de fiscale reglementering (het ten laste zijn van de ouders) zal nog een aanpassing worden voorzien. 

Wil jij jouw expertise delen met de sector?
Contacteer ons voor meer info.